‘Goed, en dan zijn we nu toe aan uw persoonlijke omstandigheden.” De rechters, klaar met de behandeling van de feiten, kijken de verdachte strak aan.
„U zit al een behoorlijke tijd in de tbs, hè.”
„28 jaar”, zegt de man.
„En van behandeling komt het maar niet.”
„Nee, want ik was net overgeplaatst naar de Rooyse Wissel en toen…”. Zijn linkerbeen trilt onrustig onder tafel, zoals altijd wanneer hij zich tegenover de rechters fel verweert. Meestal in een verlengingszitting waarin wordt besloten over het voortduren van zijn tbs-maatregel – talloze achter de rug, altijd verloren. Maar nu betreft het een strafzaak. Het serieuzere werk. Aangeklaagd voor kinderpornobezit.
„En toen vonden ze al die bestanden op de afdelingscomputer”, zegt de 53-jarige man, kort zwart haar, rappe tong. „Maar ik heb dat niet gedaan. Er zaten meerdere mensen op die afdeling die eerder zijn veroordeeld voor kinderporno, en als iemand dan een rotstreek uithaalt…”
Een rotstreek, zo ziet hij het. Uitgevoerd door een medepatiënt. Want eindelijk had hij in de forensische psychiatrische kliniek in het Limburgse Oostrum, zijn zesde kliniek, weer wat perspectief gevoeld, na vele jaren zonder behandeling in andere klinieken. Nieuwe plek, nieuwe kansen. Maar al na een week trof een medewerker op de computer in de gezamenlijke woonkamer kinder- en dierenporno aan, gelinkt aan zijn account. Dat was in oktober 2021.
Hij werd direct ‘op oranje’ gezet. Een jaar lang afdelingsarrest: elke stap door de gangen van de kliniek onder begeleiding. En de kliniek deed aangifte. Gevolg: het Openbaar Ministerie begon een strafrechtelijk onderzoek dat vanwege capaciteitsgebrek ruim een jaar heeft geduurd. Het OM besloot tot vervolging. Het duurde lang tot de rechtszaak, 7 december 2023. En in de tussentijd kreeg hij vanwege de wederzijdse vertrouwensbreuk amper behandeling. Wéér amper behandeling. Ruim twee jaar lang.
„Ik ben er niet achter gekomen wie me dat heeft geflikt, ook dat is frustrerend.” Hij praat geagiteerd. Dat was hij al bij binnenkomst bij de meervoudige strafkamer in Roermond, waar de verdachte zich tegenover de rechters verontschuldigde voor zijn geleende slippers en joggingbroek, opgestroopt tot kniehoogte. Niet zíjn idee; de bewaking van de rechtbank had de touwtjes in zijn broek en schoenen omwille van de veiligheid niet geaccepteerd. Hij was ervan over de rooie. Tel daar de opgebouwde spanning voor deze zaak bij op en het resultaat was dat zijn advocaat, Abdel Ytsma, de rechters vooraf liet weten te twijfelen of deze zitting wel door kon gaan.
Lees ook Hij misbruikte een meisje, de ouders bleven hem volgen, al zijn vijfentwintig jaren in tbs
„Deze zaak is bepalend voor uw toekomst.” De voorzitter van de rechtbank houdt hem de consequenties nog eens voor. „Als u schuldig wordt bevonden…”.
Het linkerbeen trilt.
Van dit vonnis, weet hij, hangt zijn toekomst af. Met een veroordeling voor kinderpornobezit lijkt zijn kans op een terugkeer naar de samenleving voorgoed verkeken. Dan is het tbs-systeem definitief alle vertrouwen in hem kwijt en zal hij later – van de toetsingscommissie – vrijwel zeker een indicatie krijgen voor verblijf op een longstay-afdeling. Dan waren al die achtentwintig jaren in de tbs voor niets geweest. En is hij er hetzelfde aan toe als toen hij eraan begon. Gefrustreerder, dat wel.
Lag deels aan hem. Hij is de makkelijkste niet. De man – NRC heeft eerder over hem geschreven – werd in 1997 veroordeeld wegens ontvoering en seksueel misbruik van een tienjarig meisje. Hij kreeg de tbs-maatregel opgelegd en begon voortvarend aan arbeid en therapie, maar telkens liep het vast. Dan waren er incidenten. Raakte hij in conflict met andere patiënten, de staf, eenmaal wist hij een kliniek te ontvluchtten, en er werd in de klinieken al eens eerder vermeende kinderporno bij hem aangetroffen. Had hij gezocht op termen als „barely legal” en „girls with braces”.
Telkens nieuwe diagnoses
De klinieken waren na zulke incidenten telkens onverbiddelijk. Ze stuurden hem naar een volgende, waar nieuwe behandelaars weer nieuwe diagnoses stelden. Van antisociaal tot narcistisch en pedoseksueel. Zestien rapportages in totaal. En telkens liep hij weer vast.
Totdat in 2014, na zeventien jaar tbs, voor het eerst de diagnose autisme werd gesteld, met een behandelplan dat wél aansloeg. Stabiliteit, concludeerden de rapporteurs, dat had hij nodig. Want stress en overvraging leidden bij hem tot frustratie en delinquent gedrag.
Na die diagnose ging hij vooruit en mocht hij zelfs met transmuraal verlof – buiten de kliniek. Maar na één terugval was het systeem opnieuw onverbiddelijk. Weer andere kliniek, weer andere behandelaars. Weer liep hij vast.
Juist de stabiliteit die hij nodig had, kon de tbs hem niet bieden.
Hij kreeg – uitkomst van een zorgconferentie – nog één kans, in de Rooyse Wissel.
„Meneer, hoelang loopt u nou mee in de tbs?” De rechter kijkt de verdachte streng aan. „U wist toch dat als u inlogt, die computer uw verantwoordelijkheid is?”
„Ik was er net een week, in de vorige kliniek hadden ze een heel ander systeem.”
„Volgens de kliniek waren er geen andere bewoners bij betrokken…”
„Ja, als je niet verder kijkt dan je neus lang is.” De verdachte veert op. „De kliniek heeft dat nooit onderzocht. Ook de politie niet. Het was coronatijd, er was verder niets te doen. Wij zaten daar vaak te gamen. Fifa, Formule 1. Soms liep ik er even van weg. En ja, als dan iemand anders…”
Logboek onvolledig
De officier van justitie neemt het woord. Vol spanning kijkt de verdachte welke eis er op tafel komt. Maar dan….
„Ik vraag vrijspraak.”
Vrijspraak? Ook advocaat Abdel Ytsma kijkt verbaasd op. Die had, voorbereid op de zwaarste eis, de dag ervoor nog zitten zweten op zijn pleidooi.
„Te veel twijfel over de feiten”, zegt de officier in een betoog van vijf minuten. Want in het logboek van de afdelingscomputer bleken diezelfde dag alle registratiegegevens van alle gebruikers gewist, behálve die van de verdachte zelf. „Dat is saillant.” Het is dus volgens de officier van justitie best aannemelijk dat een andere tbs’er deze nieuweling op de afdeling een loer heeft willen draaien.
Ook advocaat Ytsma, verrast, houdt het kort: „De behandeling moet wel doorgaan, laten we hem nog een kans geven.”
Na afloop staat de advocaat eerder dan verwacht weer op de gang. Natuurlijk, Ytsma is verheugd met de geëiste vrijspraak voor zijn cliënt. Maar hij vindt het ook wrang. Kon het OM dit niet eerder bedenken? „Nu zijn we wéér een paar jaar verder zonder behandeling…”
Donderdag wees de rechter vonnis. Het werd vrijspraak.
In het Schollebos in Capelle aan den IJssel werd eind mei een jong katje gevonden dat rechtop was begraven, waarbij het kopje zichtbaar was gelaten. In hetzelfde bos werden afgelopen maanden onthoofde ganzen gevonden, evenals een haas, een kraai en een kip, die op „lugubere wijze” om het leven waren gebracht, schrijft de politie-eenheid Rotterdam deze week in een Instagram-post. De dader is nog niet gevonden.
Het gaat in totaal om zes losse meldingen, waarvan gedacht wordt dat de misdrijven door „eenzelfde verdachte” werden gepleegd. „Maar het woord ‘seriemoordenaar’ neem ik niet in de mond”, zegt Hans Manse, van de dierenpolitie van de Politie Eenheid Rotterdam. Hij vindt de term, die in diverse media afgelopen weken werd gebezigd, „te grof”.
Seks met dieren, dat gebeurt nog steeds. Een of twee keer per jaar doemt dat op
Daarnaast, zegt hij, komt het misdrijf ‘moord’ niet voor in de Wet Dieren. „Dieren worden gedood, mensen worden vermoord.” Dat is omdat dieren legaal gedood kunnen worden, „kijk maar bij de slager”. Wel spreekt de wet over het doden van dieren als misdrijf.
Natuurlijk is een zaak als in het Schollebos schrikken, zegt Manse. „Het gebeurt van tijd tot tijd in den landen, nu is het bij ons in de eenheid. We proberen hem te pakken te krijgen, maar qua technisch onderzoek komen we nog niet verder.” In sommige andere gevallen vonden ze gebruikt materiaal – touw, tiewraps, een net – vingerafdrukken of dna, maar ditmaal nog niet. „We hopen dat we door de opgeschroefde surveillance of door onze ogen en oren in de samenleving verder kunnen komen.”
Lees ook
Een dier mishandelen voor snacks
Bijtincidenten
De dierenpolitie bestaat sinds 2011, nadat Dion Graus (PVV) die in het gedoogakkoord van Rutte I had gekregen. „Dierenmishandeling wordt harder aangepakt, onder meer door vijfhonderd ‘animal cops’ (dierenpolitieagenten)”, luidde het. „Dat werden er uiteindelijk 180”, zegt Manse, die zelf sinds 2014 bij de dierenpolitie is aangesloten. „Dat is al heel wat, want het komt van niets.” Helemaal omdat korpschef Bernard Welten van Amsterdam destijds meende dat „de caviapolitie” ten koste zou gaan van ‘echt’ politiewerk.
Manse en diens collega’s treden op als „taakaccenthouders” dieren. Naast hun reguliere werk besteden ze 50 procent van hun tijd aan diergerelateerde zaken. Ze volgen daarvoor een halfjaar durende opleiding aan de politieacademie. „Het werk betreft zaken met dieren in de hele breedte: mishandeling, bijtincidenten, verwaarlozingen. Daar heb je je handen vol aan.”
Daarnaast krijgt Manse te maken met extremere gevallen. „Honden die dood worden aangetroffen in huizen, omdat degene die tijdens de vakantie eten zou geven, dat toch niet heeft gedaan. Seks met dieren, dat gebeurt nog steeds. Een of twee keer per jaar doemt dat op.” En zaken zoals nu in Capelle aan den IJssel, dus.
Bij geweld gericht op dieren gaan altijd alarmbellen af. „We weten dat dierenmishandeling binnen de cirkel van geweld vaak leidt tot erger. Iemand die begint bij dieren…” Hij valt even stil. „Die eindigt, nou ja, noem het maar… nou ja, soms met moord.”
Beul
Ook in Nederland. Zo verminkte de ‘Beul van Twente’ tussen 2000 en 2004 ruim veertig paarden, pony’s en schapen. Toen hij werd gearresteerd, bekende hij daarnaast de moord op Frank Storm en het neersteken van drie andere personen. Ook over de Erasmusschutter, die zijn buurvrouw, haar dochter en een docent aan de Erasmus Universiteit Rotterdam doodschoot, is bekend dat hij dieren mishandelde. Zo gooide hij met konijnen en schoot met een kruisboog op duiven in de achtertuin. Daarvoor werd hij veroordeeld en kreeg een taakstraf van veertig uur.
Uit onderzoek blijkt dat dierenmishandeling vaak overslaat op het mishandelen van mensen. Maar zelfs als dat niet zo zou zijn, is het van groot belang dat de politie zich inzet voor dieren, zegt Manse. „Niet iedereen behandelt dieren netjes.” Dat maakt de dierenagent noodzakelijk, volgens Manse. „Ik zit ook weleens bij een verjaardag waar iemand zegt: ‘Hoort dit wel bij de politie thuis?’ Dat hoort het wel degelijk. Bij de politie willen we boeven vangen en mensen die dieren mishandelen, zijn boeven.”
Lees ook
Zelf voor huiselijk geweld vluchten, maar de katten achterlaten? Dat nooit
Driehonderdvijfendertig dagen. Nog geen jaar nadat het kabinet was beëdigd, diende premier Schoof bij de koning het ontslag in van zijn ministersploeg. Meer kiezers dan ooit hadden gestemd op de PVV. Toen NRC-verslaggevers eind mei vorig jaar door het land reisden, langs de A1 die van het westen naar het oosten door Nederland loopt, was het hoofdlijnenakkoord van de coalitie net gepresenteerd. Rechtse kiezers waren heel positief, bleek uit opiniepeilingen, linkse kiezers moesten er niets van hebben. Langs de A1 reageerden kiezers vooral afwachtend. Hij moet het maar laten zien, zeiden ze over Wilders.
Nu is het vertrouwen in de Haagse politiek ver weg, klinkt het in de Bijlmer, in Laren, Kootwijkerbroek, Almelo, Hengelo en De Lutte. „Het land staat stil”, zegt Fikret Bagir. Willem van Asch van Wijck (70) heeft heimwee naar Lubbers en Van Agt, naar de tijd dat politici „nog samenwerkten”. Twintiger Rick Stegeman, GroenLinks-PvdA-lid, voelt door de kabinetsval optimisme. Dit laat zien „wat met populisten gebeurt als ze worden geconfronteerd met de realiteit van het bestuur”. Maar zeventiger Karel, die PVV-stemde, vraagt zich hardop af hoe de problemen in het land nu moeten worden opgelost – en of hij nog wel gaat stemmen. „Ik heb nog tot oktober om erover na te denken.”
De Bijlmer‘Iedereen gaat naar Duitsland, daar is alles goedkoper’
Baksteen, beton en een wenteltrap in de Bijlmer. Foto Bram Petraeus
Het is woensdagmiddag en de man achter de balie van stomerij Kraaiennest zegt: „O, is het kabinet gevallen?” Hij is even stil en vraagt dan aan zichzelf: „Wat vind ik daarvan?” Hij is weer even stil en zegt: „Vroeger keek ik naar het NOS Journaal, naar Brandpunt, Rondom Tien, naar alle praatprogramma’s. Nu niet meer en dat komt” – hij lacht een beetje verontschuldigend – „door de gemene dingen die op televisie over moslims worden gezegd. Dat verdroeg ik niet meer en daardoor ben ik niet altijd meer onmiddellijk op de hoogte van het laatste nieuws.”
De man heet Hayat Gul en is geboren in Pakistan. Zijn vader werkte vroeger voor KLM, zo is hij in Nederland terechtgekomen. De stomerij ligt naast de Albert Heijn bij metrostation Kraaiennest in de Amsterdamse Bijlmer, tegenover de moskee. Volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau is het aandeel minimahuishoudens in de Bijlmer het hoogste van Nederland. Hayat Gul verkoopt ook batterijen en simkaarten, sokken, slippers, pantoffels, rolkoffers, tassen en boodschappentrolleys. De grote spullen staan uitgestald voor zijn balie, rekken vol. Twee keer per werkdag knielt hij achter zijn balie om te bidden, hoofd richting Mekka. Een beveiliger van Albert Heijn let dan op of er niets gestolen wordt.
<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="In Amsterdam wonen de meeste armen in de Bijlmer.
Foto Bram Petraeus
” data-figure-id=”1″ data-variant=”grid”><img alt data-description="In Amsterdam wonen de meeste armen in de Bijlmer.
De Bijlmer in Amsterdam is de gemeente met procentueel de meeste armen.
Foto’s Bram Petraeus
„Weet je wat me opvalt?”, zegt hij nadat hij een klant 20 euro beltegoed – „only call” – heeft verkocht. „De boodschappen worden steeds duurder en wat doen de mensen? Ze gaan met de bus naar Duitsland.” Hij wijst naar het parkeerterrein buiten. „Iedere zaterdagochtend staat daar een grote bus en die brengt ze over de grens met Duitsland, want daar is alles goedkoper.” Weet hij dat het kabinet, dat nu gevallen is, vast van plan was om de armoede te verminderen? „O ja?”, zegt hij. „Niets van gemerkt.” Hij denkt: de andere mensen in deze buurt ook niet.
Dan verschijnt die lach weer op zijn gezicht en vertelt hij over Albert Veenstra, die nu helaas dood is, maar bij leven leraar was, de leraar van zijn kinderen op de middelbare school. Door hem, zegt hij, hebben ze nu alle vier – hij heeft drie dochters en een zoon – een goede baan en een goed inkomen. „Albert Veenstra leerde ze hoe belangrijk het was om de Nederlandse taal perfect te beheersen en bleef ze stimuleren om zich te ontwikkelen. Ze moesten het zelf doen natuurlijk, maar hij gaf nooit op.” Zijn oudste dochter doet „iets met hersentumors” in het Amsterdam UMC. Ze heeft net, „hoe noem je dat?”, de graad van PhD gehaald. „Ze is dus doctorandus. Nee, doctor. Mijn dochter is doctor.”
Jannetje Koelewijn
Laren‘Op wie moeten we nú weer stemmen?’
„Hoe lang woon ik nu weer thuis, pap? Een jaar?”
„Dik een jaar”, zegt Willem van Asch van Wijck (70).
„Voelt als zes jaar”, knipoogt de zoon, een twintiger. „Nee hoor…” Maar het is niet anders. Hij staat „negenhonderd-nog-wat” op de wachtlijst voor een huurwoning in het Gooi. „Gelukkig ben ik goed met m’n ouweheer. En was het zoldertje nog vrij. Maar stel, je hebt geen goeie band met je ouders…”
Even wennen was het wel, beaamt vader. „Hij bemoeit zich overal mee.”
Ze wonen in Naarden en doen een dagje Laren. Zo wat drinken in ’t Bonte Paard, maar eerst duikt zoon nog een kledingwinkel in, terwijl Van Asch van Wijck zich aan de etalage met vlinderdassen, panamahoedjes en manchetknopen vergaapt. „Daar is hier blijkbaar nog markt voor.”
Laren, het dorp waar hij zijn jeugd heeft doorgebracht, is in al die jaren amper veranderd, constateert Van Asch van Wijck. En dat is ook de kracht, zeggen bewoners die je hier spreekt. Het is er prettig wonen, juist omdat Laren, villadorp in het Gooi, pal aan de A1, zijn karakteristieke dorpsgezicht heeft kunnen behouden. De weelderige vijver aan de Brink. De poffertjeskraam. De herbergen met rood-witte luiken. De eeuwenoude akkers.
Het is in tijden van woningnood ook een zwakte. Want Laren is de gemeente met de grootste krapte op de woningmarkt van Nederland. Elke snipper grond is vergeven. In particulier eigendom. Bedrijfspand. Sportveld. Beschermd groen. En hoe kun je dan, zoals de gemeenteraad wil, voldoen aan de landelijke woonopgave? Meer betaalbare woonruimte voor jonge Laarders, voor senioren, en een verdubbeling van het percentage sociale huur – tot 30 procent.
<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Laren is volgens onderzoek een van de gemeenten met enorme krapte op de woningmarkt.
Foto Bram Petraeus
” data-figure-id=”1″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Laren is volgens onderzoek een van de gemeenten met enorme krapte op de woningmarkt.
Laren is volgens onderzoek een van de gemeenten met enorme krapte op de woningmarkt.
Foto’s Bram Petraeus
Of het nodig is? Jazéker, klinkt in het dorp. Oudere bewoners met grote tuinen vertellen dolgraag kleiner te willen wonen, maar ze kunnen niks vinden. En ook hun kinderen niet. „Mijn dochter heeft nu maar gekocht in Almere”, zegt Hetty Bezuur (76), op weg naar de Albert Heijn. En intussen ziet Ted Broere (60), voor de Jumbo, het dorp vergrijzen. „Terwijl, een mix lijkt me wel gezond. Anders houdt het ook zo’n poenerige uitstraling.”
En de gemeente, klinkt het, doet heus zijn best. Die heeft laatst nog de hele kadastrale kaart ondersteboven gekeerd op zoek naar plukjes grond. Maar voor zo’n opgave heb je de landelijke overheid nodig, denkt Broere. „Je verwacht een masterplan, voor het hele land.” Maar nee dus. Broere hád er al weinig vertrouwen in, „en dat is alleen maar minder geworden”. Bezuur: „En op wie moeten we nú weer stemmen? Ik vraag het me echt af.”
„Van Agt, Lubbers…”, mijmert Van Asch van Wijck voor de etalage. „Die waren bereid tot samenwerken. Die stéúnden elkaar. Maar nu…” Een blik werpend naar binnen: „Kom, we gaan! Heb je nou echt een hoedje gekocht?”
Freek Schravesande
Kootwijkerbroek‘Dat stikstofverhaal geloof ik nog steeds niet’
Gert van Middendorp is een boer met kalveren, in Kootwijk. Dat landbouwdorp ligt nabij Natura 2000-gebied de Veluwe. Foto Wouter de Wilde
‘Je bent nooit, nooit, nooit, alleen/ God is altijd om je heen”, zingt jongste dochter Suzanne (8) voor. Ze heeft op school geoefend en moet het lied die avond met haar hele klas nog eens zingen op een bijeenkomst in de kerk over de boodschap van Pinksteren.
Haar ouders, Gert van Middendorp (49), vleeskalverenhouder in Kootwijkerbroek, en zijn vrouw Erika Verhoef (46) stemmen vanouds SGP en blijven dat ook doen, zeggen ze in de woonkeuken van hun boerderij. Voor de inrichting van hun leven en de bedrijfsvoering hebben ze, behalve in eigen gezond verstand, vooralsnog meer vertrouwen in God dan in de politiek.
Een jaar geleden hoopten ze dat het ‘stikstofslot’ open zou gaan door versoepeling van mestnormen en een definitie van kwetsbare natuur. Met een BBB-minister en -staatssecretaris kregen boeren een eigen plaats aan de kabinetstafel. „Ik ben iets positiever, maar we moeten afwachten”, zei Gert toen voorzichtig.
Nu het kabinet is gevallen moeten ze vaststellen dat „dit jaar weinig heeft gebracht” en dat politici vooral bezig zijn geweest met „onderling respectloos ruziemaken”, wat „weer leidt tot minder respect in de samenleving”. Hoe dan ook „komen de goeie dingen, waarvan elke partij er wel wat had, niet verder als Brussel en de Raad van State beslissingen steeds onderuit halen”, zeggen ze.
De Westelijke Veluwe is een van de Natura 2000-gebieden met de hoogste stikstofdeposities van Nederland. Vanaf deze toren is uit te kijken over het Kootwijkerzand. Foto Wouter de Wilde
Als stikstof ergens knelt, is het in dit Veluwse dorp aan de A1 met enerzijds de vele kippen, varkens, melkkoeien en mestkalveren, en benedenwinds de bossen en zandverstuivingen waar de stikstof uit dierlijke mest neerslaat en zowel de bodem verrijkt als de natuur verarmt.
„Maar dat stikstofverhaal geloof ik nog steeds niet zolang we niet weten hoe we moeten meten”, zegt Erika. Wat het praktisch betekent: steeds meer betalen om de mest van hun ‘Belgisch blauwe’ stierkalveren – in hun drie stallen is plaats voor 1.700 – te laten afvoeren. 100.000 euro, rekende Gert vorig jaar voor. Erika maakt voor dit jaar de rekensom: „8.000 kuub per jaar tegen 25 à 30 euro per kuub is ruim twee ton.”
Voorlopig blijft er onzekerheid, denken ze, misschien wel een jaar. „Hadden we maar drie grote partijen”, zegt Gert. „Rechts, links en eentje middendoor; dan is er een kans om de besluiteloosheid te doorbreken.” Politici moeten bedenken „wat we echt nodig hebben als er oorlog of honger komt”, vult Erika aan.
Toch proberen ze „positief te blijven en ons werk op een nette manier te doen”, zeggen ze. Dat er afgelopen jaar vrijwel geen „uitval” was – afgekeurde kalveren – vervult hen met trots. „We willen ons niet door angst voor de toekomst laten leiden”, zegt Erika. „En op God vertrouwen. Dat geeft rust. De mens kan de controle niet van Hem overnemen.”
Hans Steketee
Almelo‘Ik hoop dat heel veel kiezers wakker worden’
Een straat in Almelo met karakteristieke arbeiderswoningen: rijtjeshuizen met rode dakpannen en bakstenen gevels. Foto Wouter de Wilde
Geert Wilders, vinden vader en dochter, heeft gróót gelijk. „De bevolking heeft op hem gestemd”, zegt de zeventigjarige Karel in de opening van zijn deur met uitzicht op een parkje en fontein in Almelo. „Maar hij wordt alleen maar tegengewerkt.” Een „rotzooitje” is het, „schorremorrie”. Maar aan de PVV-leider ligt het niet.
„Iedereen probeert nu zijn straatje schoon te vegen”, valt dochter Kim (34) hem bij. Hun achternaam willen ze niet kwijt. De avond ervoor zag ze CDA-leider Henri Bontenbal bij Vandaag Inside zijn pijlen richten op VVD-leider Dilan Yesilgöz. „Ze weten dat er verkiezingen aan zitten te komen. Dan heeft iedereen een zondebok nodig. Dat is nu Wilders.”
In het Nieuwstraatkwartier, een volkswijk met voornamelijk twintigste-eeuwse arbeiderswoningen, ging bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen 43 procent van de stemmen naar de PVV. Het kabinet-Schoof kreeg hier het voordeel van de twijfel. Wilders wist het mooi te verkopen, klonk het, hij moest het eerst maar eens waarmaken.
„Ik hoop dat heel veel kiezers wakker worden”, verzucht Fikret Bagir (66) nu aan een tafeltje in Wijkcentrum De Goossenmaat, waar de Turkse arbeidersvereniging ATIB samenkomt. Naast hem spelen vier heren op leeftijd een potje Rummikub. Het zijn Turkse arbeidsmigranten van de eerste generatie.
Een samenkomst in Wijkcentrum De Goossenmaat in het Nieuwstraatkwartier in Almelo.
„Een beetje roeren, en zo stemmen winnen van ontevreden mensen”, ontwart Bagir de strategie van Wilders. „Hij weet dat hij 80 procent van zijn plannen nooit kan uitvoeren.”
Na de verkiezingen had hij al gezegd: dit kan niet goed gaan. En het wordt nu tijd, zegt hij, dat meer mensen de ogen openen. „Dat ze denken: potverdorie, waar zijn we mee bezig. Het land staat stil op dit moment. Dat gaat ten koste van jou, van mij, van iedereen. Wilders laat heel Nederland in de put vallen. En de belangrijke problemen blijven liggen.”
Die problemen zijn er in het Nieuwstraatkwartier in Almelo ook. Armoede, drugsoverlast en illegale kamerverhuur aan arbeidsmigranten bezorgden de wijk een slecht imago. „Er wordt hier van alles neergepropt”, zegt Karel in de straat verderop. „De huisjes in deze buurt zitten bomvol, vooral met Polen en Roemenen.”
Vertrouwen dat de politiek de leefbaarheid in de wijk omhoog kan helpen, hadden de twee al langer niet meer. Of de pensionado straks gebruik gaat maken van zijn stemrecht, kan hij nog niet zeggen. „Ik heb nog tot oktober om erover na te denken. Maar als ik niet ga stemmen, mag ik ook niet klagen. Dus ik denk wel dat ik ga.”
Dochter: „Ik maak me het meest zorgen om Timmermans.”
Hengelo‘Je kunt niet met rechtse partijen concurreren op rechtse ideeën’
De kiezers in Hengelo zijn boven alles geláten. Voor de coalitie-kiezers was het een deuk in hun vertrouwen in de politiek. „De zoveelste”, zucht een 55-jarige ICT-adviseur. „Dit is waarom ik heel bewust niet bezig ben met politiek”, zegt een 29-jarige arbeidsdeskundige bij het UWV.
In winkelcentrum Slangenbeek (drie supermarkten, een bakker, twee beautysalons, een reisbureau en twee eettentjes) zegt Mandy Grafen over PVV-leider Geert Wilders dat het is „alsof je een lolly uit zijn mond trekt en dat-ie dan begint te huilen.” De 36-jarige zorgmedewerker stemde vroeger op de SP, in 2023 op NSC. „Pieter Omtzigt is een fijne man met goeie standpunten.” Belangrijke reden: de onzekerheid, nu ze ziek is en haar werk niet meer kan doen. Bestaanszekerheid, dat was het kernpunt van NSC.
„En ook asiel”, zegt Grafen ineens. Mensen ontvluchten hun land niet zonder reden, zegt ze. Ze heeft nog spulletjes naar de opvang voor Oekraïners gebracht. Maar sommige vluchtelingen zijn toch vooral uit op economisch voordeel, denkt ze. „Ik betaal me scheel voor mijn huis en de vaste lasten, en asielzoekers krijgen alles zomaar toegeschoven.” Ze is, net als NSC, voor beperking van het aantal asielzoekers. Stemt ze bij de volgende verkiezingen weer op NSC? Ondanks het terugtreden van Omtzigt? „Ja, het is een heel mooie politieke partij.”
Wijkcentrum Slangenbeek in Hengelo. Nienke van der Wee en Rick Stegeman in Hengelo.
Foto’s Wouter de Wilde
Rick Stegeman (25) en zijn vriendin Nienke van der Wee (26) zijn optimistisch. Laatste jaar van hun studie, in zijn hand bungelt de sleutel van het sociale huurhuis dat ze net hebben bekeken. Vinden ze het jammer dat de huurbevriezing niet doorgaat nu de PVV uit het kabinet is? „Zou ons 30 euro per maand schelen. Maar op de lange termijn helpt het niet”, zegt Stegeman.
Hij is lid van GroenLinks-PvdA. Zij heeft – ze moet even nadenken – in 2023 ook op GroenLinks-PvdA gestemd. Ze krijgen nog huur- en zorgtoeslag en hadden wel sympathie „voor het verhaal van Omtzigt”. De PvdA, de partij waar Stegeman begon, heeft in zijn ogen „te lang vastgehouden aan de Derde Weg”, de overtuiging dat veel nutstaken beter aan de markt konden worden overgelaten. „Het heeft niet gewerkt”, zegt Stegeman. „Je kunt niet met rechtse partijen concurreren op rechtse ideeën.”
De val van het kabinet laat zien „wat met populisten gebeurt als ze worden geconfronteerd met de realiteit van het bestuur”, denken ze. „Het is echt niet allemaal de schuld van vluchtelingen”, zegt Van der Wee.
Bas Blokker
De Lutte‘Ze hebben veel ruzie gemaakt en weinig gedaan’
In De Lutte, een dorp tussen Oldenzaal en de Duitse grens, zijn ze niet ondersteboven van de val van het kabinet. Conny Blockhuis (65) is blij dat het kabinet weg is. Ze hebben veel ruzie gemaakt en weinig gedaan, zegt Marleen Gervink. Zij en haar zus bestieren ijssalon La Venezia op het centrale plein. Een 66-jarige net gepensioneerde dakdekker die net zijn buxus uitgraaft, verwacht dat de PVV bij de volgende verkiezingen nóg groter gaat worden. Dan kan er eindelijk worden „doorgepakt met die asielzoekers”.
Vraag je Luttenaren naar hun zorgen, dan gaan die vooral over boeren, stikstof, woningnood en ook wel asielzoekers – al zijn die er nauwelijks in het dorp. Conny Blockhuis vindt het jammer dat het ziekenhuis in Oldenzaal dreigt te worden wegbezuinigd, en ze is niet de enige. Voor grotere ingrepen moeten Luttenaren nu naar Enschede. Oldenzaal is lekker dichtbij, klein en overzichtelijk. Maar ze zou nooit op de PVV stemmen vanwege hun belofte streekziekenhuizen open te houden. Trouwens, die belofte houden lukte toch ook niet?
Als ze in het ziekenhuis is, dan valt op hoe vriendelijk en kundig iedereen is, zegt Marleen Gervink. Haar moeder werd afgelopen jaar ziek en moest een flink aantal keer naar Enschede. Ze is er goed geholpen. Voor haar dochter van dertien is vanwege een chromosoom-afwijking ook extra zorg nodig. Inmiddels is er een fijn kringetje hulpverleners om haar heen, maar het kostte wel moeite om dat voor elkaar te boksen.
In het centrum van De Lutte bevindt zich de Italiaanse ijssalon La Venezia. Foto Wouter de Wilde
De man van Marleen Gervink (42) komt uit Gambia. Lamin Njie vindt dat Wilders veel te veel narigheid aan de asielzoekers en buitenlanders toeschrijft. Ze zijn ook nodig. Om te werken bijvoorbeeld. Zelf werkt hij in een restaurant bij de Duitse grens. In De Lut, zoals Luttenaren hun dorp noemen, voelt hij zich welkom. Als hij naar de voetbal fietst, hoort hij van alle kanten ‘Hoi Lamin!’
Zorg in Nederland is heel anders dan in Gambia, zegt hij. In Gambia zorgen de kinderen voor hun ouders als ze ouder worden. „Je bouwt een huisje voor ze op je eigen erf.” Doe je dat niet, dan wordt er over je geroddeld. In Nederland gaan ouderen naar verpleeghuizen. Of ze wonen alleen, en hun kinderen zien ze nauwelijks, ziet hij.
Voordeel van De Lutte is dat je niet snel verpietert. In een kleine plaats kennen mensen elkaar, zeggen ze gedag, helpen een handje. De familie van Marleen Gervink komt elke avond in de ijssalon: drie generaties samen. Gezellig? Meestal wel, zegt ze met een knipoog.
Sheila Kamerman
Lees ook
Niemand langs de A1 verwacht wonderen van Wilders’ kabinet
Met stickers in de aanslag overleggen inwoners van Gorinchem over de toekomst van hun stad. De stickers, vier rode en vier groene, mogen ze plakken bij foto’s van zo’n veertig gebouwen uit de periode 1965 tot 1990, ook wel de ‘Post 65’-periode genoemd. Met dank aan een Europees verdrag mogen burgers óók hun zegje doen over potentieel erfgoed – gebouwen en andere zaken die behouden moeten blijven. En dus plakken de om en nabij vijftig bezoekers van het ‘Erfgoedcafé’ in Gorinchem groene stickers bij gebouwen waaraan ze gehecht zijn, en rode bij wat wel weg mag. „Hee, maar…”, er wordt naar een foto gewezen: „dit gebouw ís al gesloopt.”
Het gebouw in kwestie, het oude politiebureau aan de Smakheul, is inderdaad al jaren weg. Toch kan het niet-meer-bestaande gebouw op enkele groene stickers rekenen, nadat iemand heeft geopperd dat ze misschien ook mogen aangeven wat ze graag terúg willen. „Dat gaat helaas niet”, zegt Annelou Evelein, erfgoedadviseur van de gemeente. „Maar het is leuk om te zien dat een Post 65-gebouw mensen raakt.”
Over een aantal gebouwen uit de periode van ruwweg de wederopbouw tot de opkomst van Vinex-wijken, moet zo langzamerhand een keuze worden gemaakt: renovatie, herbestemming of slopen? Om te voorkomen dat over een paar decennia wordt gedacht: waarom is dat iconische gebouw of dat winkelcentrum of die wijk niet bewaard gebleven, moet het nú gaan over dat ‘jonge erfgoed’, zegt Evelien van Es, erfgoedexpert en architectuurhistoricus. Het gaat in heel Nederland om vier miljoen panden, waarvan tweeënhalf miljoen woningen.
„Je gaat gebouwen vaak pas missen als ze weg zijn”, zegt Van Es. „De Zwarte Madonna van Carel Weeber in Den Haag had niet gesloopt mogen worden.” En ook het Arbeidsbureau in Hilversum niet. De aankomende sloop van de Pompenburgflat in Rotterdam noemt ze „in- en inzonde”. Om te voorkomen dat te veel „iconische gebouwen” zo verdwijnen, wordt zowel op rijks- als gemeentelijk niveau gekeken naar hoe de Post 65-periode op de juiste manier behandeld kan worden.
Burgerexpertise
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) begon in 2017 een verkenning naar gebouwen en kunst uit deze periode. Het streven is, zegt Kees Somer, architectuurhistoricus bij de RCE, dat dit najaar uit een eerder opgestelde longlist een selectie gemaakt kan worden van locaties, waaronder gebouwen en kunst, die in aanmerking komen voor de status van rijksmonument. „Het aantal rijksmonumenten dat we kunnen aanwijzen is erg beperkt. Zo rond de 150 zullen het er zijn.” Hij hoopt dat „ook in het kader van duurzaamheid” naast die monumenten „zoveel mogelijk Post 65-erfgoed behouden blijft en door volgende generaties wordt gekoesterd”.
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="below" data-description=" Kunstwerk uit 1974 van de Poolse kunstenaar Ryszard Winiarski bij een flat aan de Banneweg in Gorinchem.” data-figure-id=”0″ data-variant=”grid”><img alt data-description=" Kunstwerk uit 1974 van de Poolse kunstenaar Ryszard Winiarski bij een flat aan de Banneweg in Gorinchem.” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/burgers-denken-mee-over-welke-gebouwen-in-hun-stad-behouden-moeten-blijven-en-welke-juist-niet-lelijk-is-geen-argument.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/06/06142057/web-0706BINgorinchem01-1.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/burgers-denken-mee-over-welke-gebouwen-in-hun-stad-behouden-moeten-blijven-en-welke-juist-niet-lelijk-is-geen-argument-6.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/burgers-denken-mee-over-welke-gebouwen-in-hun-stad-behouden-moeten-blijven-en-welke-juist-niet-lelijk-is-geen-argument-4.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/burgers-denken-mee-over-welke-gebouwen-in-hun-stad-behouden-moeten-blijven-en-welke-juist-niet-lelijk-is-geen-argument-5.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/burgers-denken-mee-over-welke-gebouwen-in-hun-stad-behouden-moeten-blijven-en-welke-juist-niet-lelijk-is-geen-argument-6.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/burgers-denken-mee-over-welke-gebouwen-in-hun-stad-behouden-moeten-blijven-en-welke-juist-niet-lelijk-is-geen-argument-7.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/k-MzZYKfFc_yGqTOP5BV2nRxkGI=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/06/06142057/web-0706BINgorinchem01-1.jpg 1920w”> Kunstwerk uit 1974 van de Poolse kunstenaar Ryszard Winiarski bij een flat aan de Banneweg in Gorinchem.
<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="below" data-description="De Johanneskerk in Gorinchem behoort ook tot de zogenoemde Post 65-gebouwen – na 1965 gebouwd.” data-figure-id=”1″ data-variant=”grid”><img alt data-description="De Johanneskerk in Gorinchem behoort ook tot de zogenoemde Post 65-gebouwen – na 1965 gebouwd.” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/burgers-denken-mee-over-welke-gebouwen-in-hun-stad-behouden-moeten-blijven-en-welke-juist-niet-lelijk-is-geen-argument-1.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/06/06143939/web-0706BINgorinchem1.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/burgers-denken-mee-over-welke-gebouwen-in-hun-stad-behouden-moeten-blijven-en-welke-juist-niet-lelijk-is-geen-argument-10.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/burgers-denken-mee-over-welke-gebouwen-in-hun-stad-behouden-moeten-blijven-en-welke-juist-niet-lelijk-is-geen-argument-8.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/burgers-denken-mee-over-welke-gebouwen-in-hun-stad-behouden-moeten-blijven-en-welke-juist-niet-lelijk-is-geen-argument-9.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/burgers-denken-mee-over-welke-gebouwen-in-hun-stad-behouden-moeten-blijven-en-welke-juist-niet-lelijk-is-geen-argument-10.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/burgers-denken-mee-over-welke-gebouwen-in-hun-stad-behouden-moeten-blijven-en-welke-juist-niet-lelijk-is-geen-argument-11.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/YhcAh2I6-ChhEFGINKRp5OyQnCM=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/06/06143939/web-0706BINgorinchem1.jpg 1920w”>De Johanneskerk in Gorinchem behoort ook tot de zogenoemde Post 65-gebouwen – na 1965 gebouwd.
Foto’s Walter Herfst
Ook op gemeentelijk niveau wordt gekeken naar wat lokaal belangrijk is en bescherming verdient. Dat moet ook wel, sinds Nederland vorig jaar het Europese Verdrag van Faro heeft ondertekend. Dat verdrag, staat op de website, „stelt de mens en de samenleving centraal en hún relatie met erfgoed”. Door middel van participatie wordt er gebruik gemaakt van burgerexpertise en gezocht naar de emotionele waarde van erfgoed. Met als hoofdvraag: wat vinden júllie belangrijk om te bewaren?
In het geval van Post 65 kan dat best lastig zijn, weet Van Es. „Kerken en kastelen zijn evident erfgoed. Daar is iedereen het over eens, dat vinden mensen ook vrij makkelijk mooi. Maar dat geldt niet voor gebouwen uit deze periode.” Een deel van de samenleving heeft die gebouwen nog gebouwd zien worden, of waren zelfs de eerste bewoners ervan. Misschien vinden ze dat confronterend, denkt Van Es. Volgens haar leeft het gevoel dat erfgoed iets is van vóór jouw tijd, niet uit jouw tijd. En anders dan bij ouder erfgoed, wordt over architectuur uit de jaren 70 en 80 vrij vaak gezegd dat het lelijk is. „Maar lelijk is geen argument.”
In Parijs vonden ze de Eiffeltoren in eerste instantie ook niks
Hofjes, bloemkoolwijken, schuine daken en nisjes kenmerken de bouwstijl van de jaren 70. „Na de systeembouw van na de wederopbouw vonden architecten dat wonen weer menselijk moest worden, dat mensen elkaar weer moesten kunnen ontmoeten in de straat.” Het moest socialer, was het idee. „Wonen met je medemens.” Daarom, zegt ze, zijn er in die periode sociale huurwoningen gebouwd op A-locaties. „Ook mensen met een kleine beurs hadden recht op een fijne woonplek.”
De jaren 80 waren anders. „De crisis in 1979 was een groot omslagpunt. En na 1982, tijdens het eerste rechtse kabinet onder leiding van Ruud Lubbers, veranderden ook de richting die het land opging én de architectuur”, zegt Van Es. „De boodschap was dat de verzorgingsstaat onbetaalbaar was. Het liberale gedachtegoed werd bepalend.” Er werd niet meer gebouwd voor de buurt, maar voor de markt.
Parkeergarage Kweeklust
Bepaalde gemeenten dragen het met trots, zegt Kees Somer: „In Almere, Zoetermeer, Nieuwegein is bijna alles Post 65. Zij zien gebouwen uit die tijd als vernieuwend en als deel van hun identiteit.” In Gorinchem daarentegen hebben ze er niet zoveel mee. De bezoekers van het Erfgoedcafé, gemiddelde leeftijd hoger dan het oudste gebouw uit die periode, zijn gehecht aan heel ánder erfgoed. Gorinchem is de grootste nog intacte vestingstad van Nederland en door de ANWB ook nog bestempeld als „de allermooiste”. „In Gorinchem kibbelt iedereen over van alles en nog wat”, zegt wethouder Eva Dansen, die erfgoed in haar portefeuille heeft. „Behálve over hoe mooi de vesting is.”
Inwoners hebben zich verenigd in tientallen erfgoedgemeenschappen, waarvan de in 1909 opgerichte Vereniging Oud-Gorcum, „het historische geweten van de vestingstad”, de grootste is. De stad staat vol monumentale panden als ‘Dit is in Bethlehem’ uit 1566 en ‘Het Tinnen Koelvat’ uit 1750. Dát is het erfgoed waar de inwoners zich mee bezig willen houden. Niet met het clubgebouw van de korfbalvereniging of het belastingkantoor. Niet met het moderne stationsgebouw dat in de plaats kwam van het gesloopte stationsgebouw uit 1883. Ook niet met parkeergarage Kweeklust. De Post 65-gebouwen zitten het erfgoed eigenlijk alleen maar in de weg. „Het maakt me niet uit wat er blijft”, wordt gezegd in het Erfgoedcafé. „Ik hoop vooral dat we vanavond mogen beslissen wat er gáát.”
„Ik snap dat, zeker in een stad als Gorinchem, het hart in eerste instantie niet uitgaat naar Post 65-erfgoed”, zegt erfgoedadviseur Annelou Evelein tegen de bezoekers. „Maar ook deze jonge gebouwen zijn deel van het verhaal van Gorinchem. Ik hoop echt dat jullie uit je comfortzone kunnen komen.”
Bezoekers van het ‘Erfgoedcafé’ in Gorinchem zijn niet gecharmeerd van het gebouw van de supermarkt Nettorama.Foto Walter Herfst
Het zou zonde zijn als steden zich zomaar van hun Post 65-gebouwen zouden ontdoen, zegt architectuurhistoricus Evelien van Es. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed kijkt niet alleen naar de gebouwen zelf, legt ze uit, maar ook naar thema’s die iets zeggen over de samenleving. Die „verhaallijnen” hebben niet direct te maken met de architectuur, maar gaan bijvoorbeeld over welvaart (denk aan de verzorgingsstaat, maar ook aan recreatie), vrijheid (emancipatie, maar ook sex, drugs and rock ’n roll) en ordening (Deltawerken en stadsvernieuwing). „Als je met erfgoed bezig bent, moet je het verhaal van Nederland vertellen, de gebouwen die je aanwijst moeten dat verhaal bewijzen.”
Het verhaal van Gorinchem is natuurlijk „dat van die mooie oude stad”, zegt wethouder Dansen bij het Erfgoedcafé. Maar dat verhaal is niet voorbij, dat loopt nog door. „De vraag is: hoe gaan we Gorcummers laten inzien dat Post 65 ook voor deze stad een belangrijke periode is?”, zegt erfgoedadviseur Evelein.
Veel van de gebouwen op het stickervel in het Erfgoedcafé zijn intussen uit het zicht verdwenen door een grote hoeveelheid groene stickers – voornamelijk geplakt bij kunst, kerken en het buiten de vesting gelegen Avelingen Schakelstation – of juist rode – „jongens, de Nettorama móét weg”. „Wat grappig”, zegt Dansen. „Ik had niet verwacht dat het Wilhelminaplein ook zoveel groene stickers zou krijgen.” Het in een cirkel om het plein heen gebouwde appartementencomplex is afgewerkt met gele bogen op het dak. „Ik vond het in eerste instantie ook niks”, zegt de vrouw die er haar laatste groene stickertje bij heeft geplakt. „Maar ik begin het steeds leuker te vinden.” Dansen knikt begripvol. „In Parijs vonden ze de Eiffeltoren in eerste instantie ook niks, hè.”
Onpersoonlijk
Een paar weken na het Erfgoedcafé maakt de gemeente Gorinchem bekend dat het aan de slag gaat met een ‘herinrichtingsplan’ voor het stationsgebied. Op de zeer actieve Facebook-pagina Oud Gorinchem wordt een petitie gestart. Het huidige treinstation „uit de jaren 70 is foeilelijk”, staat in de uitleg. Het is „koel en onpersoonlijk” en zorgt dat „wanneer je er aankomt, je er zo snel mogelijk weg wil”. Hiervoor in de plaats moet een „replica van het originele stationsgebouw” komen, ten behoeve van het „historische karakter van de vestingstad”.